
Wat juristen moeten weten over commotio en contusio cerebri in letselschadezaken
Door dr. Claire Tilbury, huisarts en medisch adviseur letselschadezaken
Een hersenschudding wordt vaak te snel als “licht letsel” bestempeld. In letselschadezaken blijkt het onderscheid tussen een hersenschudding (commotio cerebri) en een hersenkneuzing (contusio cerebri) echter van groot belang. Het bepaalt niet alleen de duur van het herstel, maar ook de bewijskracht en de hoogte van de schadevergoeding. In dit artikel bespreek ik drie praktijkvoorbeelden uit de letselschadepraktijk — van langdurig herstel tot onderschat hersenletsel — en leg ik uit wanneer een onafhankelijke expertise wél toegevoegde waarde heeft.
Een 38-jarige vrouw liep bij een fietsongeluk een hersenschudding op.
Beeldvorming toonde geen afwijkingen. In de eerste weken herstelde ze vlot, maar na drie maanden hield ze aanhoudende hoofdpijn, vermoeidheid en concentratieproblemen.
Volgens de richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVvN) past dit bij een vertraagd herstelbeloop, dat voorkomt bij circa 15% van de patiënten met licht traumatisch hersenletsel.
De klachten zijn dus niet per se anders verklaard, maar onderdeel van een bekend herstelpatroon.
Juridisch belang:
Verzekeraars betwisten bij dit soort dossiers vaak het causale verband.
Een goed medisch onderbouwd dossier — waarin consistentie, duur en aard van klachten zorgvuldig zijn vastgelegd — voorkomt dat langdurige klachten als “niet meer ongevalsgerelateerd” worden afgedaan.
Een 46-jarige man werd van achteren aangereden.
Aanvankelijk herstelde hij goed, maar later kwamen concentratieproblemen en vermoeidheid terug.
De verzekeraar vroeg de volledige medische voorgeschiedenis op om “andere oorzaken” uit te sluiten.
De neuroloog bevestigde echter dat een eerdere hersenschudding een risicofactor is voor een langer herstel, maar geen zelfstandige verklaring vormt.
De proportionaliteit bij informatieverzoeken is hier belangrijk: een eerdere commotio cerebri rechtvaardigt niet automatisch het openbreken van jaren medische voorgeschiedenis.
Een 52-jarige vrouw viel op haar werk van een trap.
In de ambulance werd gesproken over een “lichte hersenschudding”.
Later bleek op MRI kleine bloedingen in de frontale hersenkwab — een contusio cerebri.
Haar klachten waren ernstiger: traagheid in denken, prikkelgevoeligheid en emotionele ontregeling.
Juridisch belang:
Een te snelle classificatie als “lichte hersenschudding” kan leiden tot onderschatting van blijvende schade.
Bij een hersenkneuzing is de kans op blijvende klachten aanzienlijk groter en heeft dit directe gevolgen voor de schadebegroting, arbeids(on)geschiktheid en re-integratie.
Medisch onderscheid: commotio versus contusio cerebri
De hersenfunctie is tijdelijk verstoord door een klap of schok tegen het hoofd.
Er is kort bewustzijnsverlies of geheugenverlies, maar geen blijvende weefselschade.
CT- of MRI-scans tonen doorgaans geen afwijkingen.
De meeste patiënten herstellen volledig binnen enkele weken tot maanden, al kunnen vermoeidheid, prikkelgevoeligheid en concentratieproblemen tijdelijk aanhouden.
Hierbij is het hersenweefsel zelf beschadigd, vaak zichtbaar op beeldvorming door kleine bloedingen of zwellingen.
Het herstel verloopt trager en restklachten zoals geheugenstoornissen, trager denken of emotionele ontregeling kunnen blijvend zijn.
De medische eindtoestand wordt meestal pas na 12 tot 24 maanden bereikt.
De richtlijnen onderscheiden drie herstelgroepen bij licht traumatisch hersenletsel:
Bij een hersenkneuzing verloopt het herstel doorgaans nog trager, vaak maanden tot jaren.
Langdurig herstel betekent dus niet automatisch dat de klachten “elders vandaan komen” — het past binnen de bekende variatie van hersenletsel.
Een medisch adviseur speelt een centrale rol in het onderscheiden van commotio en contusio cerebri én in het bepalen of verdere diagnostiek proportioneel is.
Een onafhankelijke expertise is zinvol alleen wanneer deze wezenlijk iets toevoegt aan de beantwoording van de juridische vragen.
Dat is met name het geval als:
In die situaties kan een neurologische expertise, eventueel aangevuld met een neuropsychologisch onderzoek (NPO), waardevolle objectivering bieden.
In duidelijke en goed gedocumenteerde gevallen zonder restklachten is een pragmatische afwikkeling met medisch voorbehoud voldoende en proportioneel.
Het verschil tussen een hersenschudding en een hersenkneuzing lijkt klein, maar bepaalt in de praktijk het hele verloop van een letselschadezaak.
De aard van het letsel beïnvloedt de bewijskracht, het hersteltraject en uiteindelijk de schadevergoeding.
Een nauwkeurige medische beoordeling, volgens de geldende richtlijnen en met gepaste inzet van expertise, is daarom essentieel — medisch én juridisch.
Tilbury Medisch Advies ondersteunt belangenbehartigers, advocaten en slachtoffers bij de medische beoordeling van hersenletsel in letselschadezaken.
Een zorgvuldig medisch advies maakt het verschil tussen aannemelijkheid en bewijs.

